Airconditioning en verwarmen

De airco in de woning kan zowel koelen als verwarmen. Hieronder vind je de instructies voor het gebruik:

Bedieningspanelen

• Woonkamer en hal: het bedieningspaneel bevindt zich in de woonkamer, naast de trap.
• Slaapkamers: het bedieningspaneel bevindt zich in de linker slaapkamer, achter de deur (de slaapkamer aan de TV-kant).

Gebruik van de airco

1. Aan- en uitzetten:
   • Druk op de grote ronde knop rechtsonder op het bedieningspaneel om de airco aan te zetten.
   • Een groen lampje gaat branden als de airco is ingeschakeld.
2. Modus instellen:
   • Gebruik de witte knop met de tekst mode om een van de volgende standen te kiezen:
     • Koelen
     • Verwarmen
     • Drogen
     • Ventileren
3. Temperatuur instellen:
   • Gebruik de twee middelste witte knoppen om de temperatuur aan te passen.
   • Let op: de temperatuur is begrensd en kan niet buiten bepaalde waarden worden ingesteld.
4. Ventilatiesnelheid aanpassen:
   • Met de witte knop ventil bepaal je de blaassnelheid van de airco.
   • Kies auto om de airco automatisch in- en uit te schakelen zodra de ingestelde temperatuur is bereikt.

Belangrijk: afstemming tussen bedieningspanelen

• Zorg ervoor dat beide bedieningspanelen dezelfde modus hebben ingesteld.
  • Bijvoorbeeld: als het paneel in de woonkamer op verwarmen staat en het paneel in de slaapkamer op koelen, zal de airco niet functioneren.
  • Alleen wanneer de modi overeenkomen, kan de airco effectief de gewenste temperatuur regelen.